Terug naar alle leerbronnen

Hartfalen

Farmacologie vragenreeks

Onderstaand vind je een vragenreeks over farmacotherapie bij hartfalen. De antwoorden zijn gebaseerd op de hartfalenrichtlijnen van de European Society of Cardiology van 2021 [link] en de indicatietekst over hartfalen uit het Farmacotherapeutisch Kompas [link].

Goed om bij stil te staan: het gaat hier om farmacotherapie bij hartfalen met een verminderde ejectiefractie (HFrEF of HFmrEF; respectievelijk staat dit voor Heart Failure with Reduced Ejection Fraction & Heart Failure with Mid-Range Ejection Fraction) . Voor hartfalen met een behouden ejectiefractie (HFpEF; Heart Failure Preserved Ejection Fraction) is er aanzienlijk minder literatuur die bepaalde therapieën ondersteunt.

1. Het gebruik van NSAIDs in hoge doseringen, bijv. ibuprofen, moet vermeden worden bij patiënten met hartfalen. Wat is hiervoor de reden?
A. Ze kunnen de effectiviteit van antihypertensiva verminderen
B. Ze kunnen de nierfunctie verlagen
C. Ze kunnen overvulling verergeren
D. Alle bovenstaande antwoordopties zijn juist

2. Een 70-jarige patiënte met in de voorgeschiedenis HFrEF op basis van een doorgemaakte STEMI in de voorwand, presenteert zich op de spoedeisende hulp in verband met progressieve dyspnoe. Je hoort crepitaties over alle longvelden, de vena jugularis is gestuwd en er is perifeer pitting oedeem beiderzijds. Je concludeert dat er sprake is van gedecompenseerd hartfalen. Welke van de onderstaande medicijnen op haar medicatielijst moet worden onderbroken?
A. Bumetanide (lisdiureticum)
B. Enelapril (ACE-remmer)
C. Metoprolol (bètablokker)

3. Een patiënt die farmacologisch wordt behandeld voor hartfalen klaagt over een kriebelhoest. Zijn medicatielijst vermeldt: perindopril, furosemide, bisoprolol, spironolacton en dapagliflozine. Je vermoedt dat de klacht van kriebelhoest veroorzaakt wordt door een medicijn. Wat is nu de meest logische zet?
A. Bisoprolol staken
B. De dosering furosemide verlagen
C. Perindopril vervangen door losartan

Antwoorden:

1. D. NSAID’s remmen de synthese van stoffen genaamd prostaglandines. Die prostaglandines hebben vele functies, waaronder het verwijden van de aanvoerende vaten naar de nierglomeruli (de afferente arteriolen). Dankzij die prostaglandine-gemedieerde afferente arteriolaire dilatatie stijgt de glomerulair-cappillaire hydrostatische druk en dus stijgt de glomerulaire filtratiesnelheid/nierfunctie. Als je een NSAID toedient, kun je dus de nierfunctie verminderen. Omdat de werking van diuretica leunt op de nierfunctie/zoutexcretie, neemt ook de werkzaamheid van diuretica af, hetgeen leidt tot verdere vochtophoping. Mede door de zoutretentie (maar ook door een stijging in perifere vaatweerstand, doordat prostaglandines minder vasodilatatie kunnen geven) stijgt de centrale arteriële bloeddruk.


2. C. Bètablokkers moeten worden vermeden bij patiënten die overvuld/klinisch instabiel zijn. Dat heeft ermee te maken dat ze het hartminuutvolume verminderen door een negatief chronotroop en inotroop effect; dat terwijl dit hartminuutvolume juist noodzakelijk is om te recompenseren.


3. C. Kriebelhoest is een klassieke bijwerking van ACE-remmers, zoals enalapril, captopril en perindopril. ACE zet niet alleen angiotensine-I om in angiotensien-II; ook zorgt ACE voor de afbraak van het prikkelende stofje bradykinine in de longen. Remming van ACE leidt tot stapeling van bradykinine, hetgeen kan zorgen voor kriebelhoest of zelfs angio-oedeem. Een alternatief voor ACE-remmers is dan om een medicijn toe te dienen dat iets meer downstream werkt: een angiotensine-II-receptorantagonist. Dit worden ‘sartanen’ genoemd, bijvoorbeeld losartan, candesartan en valsartan.

Verder oefenen met Farmacologie? Bekijk dan Het Farmaboekje; boordevol vragen en uitleg over klinische farmacologie. Van hart, longen en stolling, tot psychiatrie. Je kunt hier een demo inzien.

Farmaboekje
0
Je winkelmandje
  • Winkelmandje is leeg.